Printernaam

Voer de printernaam in waarmee de printer wordt geïdentificeerd.



Tekstvak Printernaam:

Bevestig of wijzig de printernaam.

Selectievakje Instellen als standaardprinter:

Schakel dit selectievakje in als de printer de standaardprinter moet worden.

Knop Terug:

Hiermee keert u terug naar de vorige stap.

Knop Volgende:

Hiermee gaat u naar de volgende stap.

Knop Annuleren:

Hiermee sluit u EpsonNet Setup af.